Wiki broncode van 14. Tabblad Doseer
Version 11.1 by SofieVanErk on 03-01-2023
Show last authors
author | version | line-number | content |
---|---|---|---|
1 | Leg in tabblad ‘Doseren’ de doseergegevens vast bij een nieuwe INR-waarde. De dagstatus van de patiënt moet minstens dagpatiënt- / voorstel gegenereerd zijn om een dosering in te kunnen voeren. Zowel dosisgegevens als afspraakgegevens moeten eerst ingevuld zijn voordat je een nieuwe kalender kan aanmaken. | ||
2 | |||
3 | |||
4 | = Time in Range = | ||
5 | |||
6 | Wanneer het tabblad ‘Doseren’ actief is, zie je rechts onderin de time in range afgebeeld. De data geven aan over welke periode de time in range berekend is, het aantal INR’s wordt aangeduid met een cijfer. Door op de time in range te klikken opent de INR grafiek en kan je meer informatie opvragen over de Time in Range. | ||
7 | |||
8 | |||
9 | = Doseer invoer = | ||
10 | |||
11 | //Ind.[Streefw.]Ant.// | ||
12 | |||
13 | In dit eerste veld vind je de hoofdindicatie, de streefwaarde en het soort antistollingsmiddel dat de patiënt gebruikt. | ||
14 | |||
15 | == Dosisgegevens == | ||
16 | |||
17 | Vul hier de nieuwe dosering van de patiënt in. Vervolgens kan je in het veld rechts zien wat de nieuwe gemiddelde dosering is en wat het verschil bedraagt ten opzichte van de vorige dosering, uitgedrukt in percentages. | ||
18 | |||
19 | Wanneer je de dosering verhoogt ten opzichte van de vorige gemiddelde dosering, zal de dosering hoog starten. Wanneer je de dosering verlaagt, zal de dosering laag starten. | ||
20 | |||
21 | Je kan de dosisgegevens op verschillende manieren verwerken: | ||
22 | |||
23 | * **= **: handhaaf de eerder gegeven dosering | ||
24 | * **Getal**: de gemiddelde dosering | ||
25 | * **Getal SH of getal SL**: de dosering start hoog of laag in het ritme | ||
26 | * **] **: de dosering van de vorige controle wordt overgenomen en de dosering gaat verder in het ritme | ||
27 | * **]SH of ]SL**: de dosering van de vorige controle wordt overgenomen en start hoog of laag | ||
28 | * **Pillenritme, voorbeeld**: 222323 of 3*2 323, het ritme wordt omgerekend naar het gemiddelde. Als de nieuwe dosering verhoogd is ten opzichte van de vorige dosering, dan zal het ritme hoog beginnen. Is de nieuwe dosering verlaagd ten opzichte van de vorige dosering, dan zal het ritme laag beginnen. | ||
29 | * **L pillenritme, voorbeeld**: L222323 of L 3*2 323, het ritme wordt letterlijk overgenomen | ||
30 | * **+ getal**: procentuele verhoging van de dosering ten opzichte van de vorige dosering | ||
31 | * **+ getal SH of + getal SL**: procentuele verhoging van de dosering ten opzichte van de vorige dosering, waarbij de dosering hoog of laag start | ||
32 | |||
33 | * **- getal**: procentuele verlaging van de dosering ten opzichte van de vorige dosering | ||
34 | * **- getal SH of - getal SL**: procentuele verlaging van de dosering ten opzichte van de vorige dosering, waarbij de dosering hoog of laag start | ||
35 | |||
36 | * **Ritme/dosering, voorbeeld**: 000/2.14. Bedraagt maximaal 14 dagen | ||
37 | * **Dosering\ritme, voorbeeld**: 2.14\000. Bedraagt maximaal 14 dagen en kalender heeft geen naloop dosering | ||
38 | * **Getal; : **een dagindruk voor vandaag. Deze indruk wordt niet meegeteld in het gemiddelde van de dosering | ||
39 | * **Getal/ : **een dagindruk voor morgen. Deze indruk wordt niet meegeteld in het gemiddelde van de dosering | ||
40 | * **S_stopredencode of S stopredencode: **beëindigt de behandelperiode. Er worden geen dosering en afspraak vastgelegd. De patiënt ontvangt een kalender met een opmerking dat de behandeling is gestopt | ||
41 | * **S**:** **beëindigt de behandelperiode indien er bij Beheer> Administratief> Algemeen een ‘Stopreden voor stoppen bij doseren’ is ingevuld. Is deze optie niet ingevuld, dan moet de behandelperiode handmatig beëindigd worden | ||
42 | * Je kan maximaal 18 tabletten per dag invoeren. Een aantal getallen moet als cijfer ingevoerd worden. We sommen ze voor je op: | ||
43 | * **A**: 1.5 tablet | ||
44 | * **C**: 17 tabletten | ||
45 | * **D**:** **0.75 tablet | ||
46 | * **F**: 13 tabletten | ||
47 | * **G**: 14 tabletten | ||
48 | * **H**: 0.5 tablet | ||
49 | * **J**: 15 tabletten | ||
50 | * **K**: 0.25 tablet | ||
51 | * **M**: 18 tabletten | ||
52 | * **O**: 0 tabletten | ||
53 | * **Q**: 10 tabletten | ||
54 | * **R**: 12 tabletten | ||
55 | * **T**: 2.5 tabletten | ||
56 | * **V**: 1.25 tabletten | ||
57 | * **W**: 11 tabletten | ||
58 | * **X**: 16 tabletten | ||
59 | * **Z**: 1.75 tabletten | ||
60 | * **B1 t/m B252**: oude stappen acenocoumarol volgens FNT | ||
61 | * **B1 t/m B504**: oude stappen fenprocoumon volgens FNT | ||
62 | |||
63 | == Afspraakgegevens == | ||
64 | |||
65 | Maak hier de nieuwe afspraak. Achter de afspraakgegevens verschijnen de datum en de controlelocatie (achter ‘te’). | ||
66 | |||
67 | Wanneer in [[Beheer> Administratief> Algemeen>>doc:Trodis.Handleiding.Trombosedienst dossier.Beheer.Administratief.Algemeen.WebHome]] ‘Tonen controlelocatie status’ is aangevinkt, dan vind je achter de controlelocatie de capaciteit terug (bijvoorbeeld 2/10, wat evenveel betekent als dat twee van de tien ingevuld zijn). | ||
68 | |||
69 | Het vakje ‘Elders’ wordt gevuld wanneer de afspraakdatum in een verboden / vakantieperiode van de patiënt valt. | ||
70 | |||
71 | Net zoals de dosisgegevens (hierboven) kan je ook de afspraakgegevens op verschillende manieren verwerken: | ||
72 | |||
73 | * **= : **de voorgestelde afspraaktermijn wordt overgenomen | ||
74 | * **] **: de afspraaktermijn van de vorige controle wordt overgenomen | ||
75 | * **Getal of getal D**: de afspraaktermijn wordt in aantal dagen gehanteerd | ||
76 | * **Getal W**: de afspraaktermijn wordt in aantal weken gehanteerd | ||
77 | * **Datum ** | ||
78 | * **Datum 1 datum 2**: op datum 1 wordt de echte afspraak gemaakt. Datum 2 geeft de patiënt aan dat elders gecontroleerd moet worden, bijvoorbeeld met een controle tijdens een vakantie | ||
79 | * **S **: gecodeerde stopreden. Er worden geen dosering en afspraak vastgelegd. Het dossier van de patiënt wordt automatisch gesloten en de patiënt ontvangt een kalender met een stopreden | ||
80 | * Er zijn verschillende toevoegingen mogelijk achter de ingevoerde afspraakgegevens: | ||
81 | * **/ code controlelocatie**: er wordt een afspraak gemaakt op de opgegeven controleplaats | ||
82 | * **; **: de kalender loopt tot en met de betreffende datum en er wordt geen nieuwe controleafspraak gemaakt. Bijvoorbeeld doordat de geplande behandelduur is bereikt | ||
83 | * **! : **de datum wordt altijd geaccepteerd, ongeacht of de datum gesloten is of niet | ||
84 | |||
85 | == Nieuwe kalender == | ||
86 | |||
87 | Zodra je de dosis- en afspraakgegevens hebt ingevuld en je op ‘Tab’ klikt, verschijnt rechtsonder de nieuwe kalender. Je kan de kalender handmatig aanpassen door een dosering aan te klikken en een ander getal in te voegen. Gebruik ‘Tab’ of de pijltjes om de kalender te doorlopen en per dag de dosering handmatig aan te passen. | ||
88 | |||
89 | Sla de dosering op. De nieuwe kalender verschijnt rechtsboven naast de vorige kalender. | ||
90 | |||
91 | |||
92 | == Opmerkingen == | ||
93 | |||
94 | Tijdens het doseren kan je een opmerking invoeren die ervoor zorgt dat je niet moet wisselen tussen tabbladen. Je kan kiezen voor een gecodeerde opmerking of een vrije tekstopmerking. De vrije tekstopmerkingen leg je vast middels de letters B (bellijst), K (kalender), A (administratief), P (patiënt) of D (direct bellen). In het lege veld is ruimte voor de vrije tekst. | ||
95 | |||
96 | Sla de opmerking op in het dossier van de patiënt met ‘Opmerking opslaan’ of [Enter]. Druk nogmaals op [Enter] om ook de dosering op te slaan. | ||
97 | |||
98 | |||
99 | == Geblokkeerd / Coupeer-INR == | ||
100 | |||
101 | Kies ‘Blokkeren' als je het doseervoorstel nog niet definitief wil maken. Je kan alle geblokkeerde patiënten raadplegen via het menu ‘Doseren’ met de optie ‘Geblokkeerden’. | ||
102 | |||
103 | Kies ‘Coupeer-INR’ als een patiënt een ingreep ondergaat en de antistollingsbehandeling tijdelijk moet stoppen. Deze INR telt niet mee in het jaarverslag van de FNT. | ||
104 | |||
105 | |||
106 | == Doseervak == | ||
107 | |||
108 | Plaats het doseervoorstel van een patiënt in het doseervak, als je het voorstel nog niet definitief wil maken. Bijvoorbeeld omdat de dosering nog nagekeken moet worden door een arts. Je kan de patiënten in een doseervak opvragen via ‘Doseren’. | ||
109 | |||
110 | Voeg nieuwe doseervakken toe bij [[Beheer> Medische instellingen> Doseervakken>>doc:Trodis.Handleiding.Trombosedienst dossier.Beheer.Medisch.Doseervakken.WebHome]]. | ||
111 | |||
112 | |||
113 | == Afsluiten behandeling == | ||
114 | |||
115 | Als het om een tijdelijke behandeling gaat, vind je hier: | ||
116 | |||
117 | * **Datum vanaf wanneer een stopbrief verzonden kan worden** (in tabblad ‘Behandelperiode’ is ‘Gewenste stopdatum’ ingevuld en ‘Stopbrief noodzakelijk’ aangevinkt) | ||
118 | * **Datum waarop een stopbrief werd verzonden** | ||
119 | * **Datum geplande afloopdatum** (in tabblad ‘Behandelperiode’ is ‘Gewenste stopdatum ingevuld’) | ||
120 | * **Datum waarop de behandeling zal stoppen** (in tabblad ‘Behandelperiode’ is ‘Stopdatum’ in de toekomst ingevuld) | ||
121 | * **Datum waarop de behandeling is gestopt** (in tabblad ‘Behandelperiode’ is ‘Stopdatum’ in het verleden ingevuld) | ||
122 | |||
123 | == Instellingen tijdens doseren == | ||
124 | |||
125 | ASolutions Healthcare kan verschillende instellingen aanzetten tijdens het doseren. Neem contact met ons op om onderstaande functie(s) aan te zetten. | ||
126 | |||
127 | * Gemiddelde dosering afwijking >15% | ||
128 | |||
129 | Als je bij dosisgegevens een gemiddelde dosering invult die >15% afwijkt van de vorige gemiddelde dosering, dan wordt er de vraag gesteld of de dosering juist is. Zo kan je een typefout tijdens het doseren voorkomen. | ||
130 | |||
131 | |||
132 | * Dagindruk afwijking>100% | ||
133 | |||
134 | Als je bij dosisgegevens een dagindruk invoert die >100% afwijkt van de gemiddelde dosering, dan wordt er de vraag gesteld of de dagindruk juist is. Zo kan je een typefout tijdens het doseren voorkomen. | ||
135 | |||
136 | |||
137 | * LMWH gebruik | ||
138 | |||
139 | Om niet over het hoofd te zien dat een patiënt LMWH in gebruik heeft, kan je de functie LMWH gebruiken. In Beheer>Medisch>Medicatie kan je aangeven of een medicijn een LMWH medicijn is. Wanneer dit medicijn bij een patiënt in het dossier is geregistreerd, dan krijg je op het moment dat je de patiënt gaat doseren de optie Doorgaan of Stoppen. Bij beide opties wordt er automatisch een opmerking in het dossier van de patiënt gezet (bijvoorbeeld een bellijst of kalender opmerking). Kies je voor Stoppen? Dan wordt ook automatisch de einddatum bij het LMWH medicijn ingevuld. | ||
140 | |||
141 | |||
142 | * Waarschuwingstekst | ||
143 | |||
144 | Je kan als Trombosedienst kiezen om bij een belangrijke opmerking een waarschuwingstekst in te stellen via Beheer>Medisch>Opmerkingen. Wanneer je deze opmerking in de toekomst in een patiëntdossier invoert, dan krijg je tijdens het doseren van de patiënt een melding met de waarschuwingstekst. | ||
145 | |||
146 | Je kan ervoor kiezen om de tekst voorafgaand aan het doseren te laten tonen, nadat je de dosisgegevens en afspraakgegevens hebt ingevuld of vooraf en achteraf. ASolutions Healthcare kan dit voor je instellen. | ||
147 | |||
148 |